Zorgadviesteam (ZAT) op elke school

Aan iedere school is een zorgadviesteam (ZAT) verbonden dat bestaat uit:

  • de zorgcoördinator of intern begeleider van de school
  • de jeugdarts of jeugdverpleegkundige
  • de schoolcoach
  • de consulent van het samenwerkingsverband
Passend onderwijs Haarlemmermeer

Voor deze professionals maakt deelname aan het ZAT onderdeel uit van de opdracht waaraan we ons gezamenlijk hebben gecommitteerd. Op verzoek sluit ook de leerplichtambtenaar aan bij het ZAT. Deze is in elk geval aanwezig wanneer het onderwerp verzuim op de agenda staat (minimaal eens per schooljaar).

Het ZAT richt zich op vroegsignalering en preventie. De leden van het ZAT zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat passend onderwijs en jeugdhulp op elkaar aansluiten in de school.

Rollen en taken

Binnen het ZAT hebben de leden gezamenlijk de volgende taken:

  • Nieuwe casuïstiek bespreken
  • Met ‘brede blik’ gezamenlijk problemen analyseren
  • De regio op de casus bij een deelnemer neerleggen (dat kan bij elk van de ZAT-deelnemers)
  • Vooruitblikken op wat nodig is voor de bespreking in het MDO: welke scenario’s, wie is erbij?
  • MDO-afspraak met ouders erbij maken
  • Monitoren van de voortgang (en zo mogelijk afronden) van lopende casuïstiek
  • Signalen oppakken rond de aansluiting onderwijs – jeugdhulp
  • Opschalen bij onoplosbare knelpunten

De gemandateerde professionals (leerplicht/jeugdgezondheidszorg/schoolcoach) hebben:

  • zicht op het aanbod aan (specialistische) jeugdhulp binnen de gemeente Haarlemmermeer;
  • zicht op de taakstelling en grenzen van passend onderwijs (juridische context).

De professionals in het ZAT hebben daarnaast nog afzonderlijke rollen:

Intern begeleider

  • Afstemmen met het schoolteam welke leerlingen in het ZAT besproken moeten worden (vroegsignaleren door school)
  • Afstemmen met consulenten passend onderwijs in het periodieke 5-wekelijkse overleg over welke leerlingen in het ZAT besproken moeten worden
  • Toestemming van ouders vragen (indien niet vooraf geregeld)
  • Inbrengen van nieuwe casuïstiek. Zoveel mogelijk informatie per casus inventariseren, voorafgaand aan het ZAT-overleg
  • Organiseren ZAT-overleg en agenda beheren: agenda ZAT maken en afspraakdata ZAT tijdig inplannen
  • Volglijst bijhouden

Consulent SWV

  • Met intern begeleider via periodiek cyclisch overleg beoordelen en duiden welke casuïstiek in te brengen bij het ZAT en in het ZAT-overleg
  • Checken bij centraal coördinatiepunt of er nieuwe leerlingen met een ondersteuningsvraag op deze school komen

Schoolcoach

De deskundigheid die de schoolcoach inbrengt is vooral het kijken naar het kind als onderdeel van het gezinssysteem binnen de triade school, kind/gezin en wijk. De schoolcoach houdt zich bezig met casuïstiekbespreking, werkbegeleiding, kennisoverdracht en behandeling van jeugdigen. Daar horen bijvoorbeeld de volgende rollen bij:

  • Adviseren bij problemen die te maken hebben met gedrag, opvoeding en veiligheid
  • Lichtere hulp bieden in het gezin
    (de gedragswetenschapper van Altra is beschikbaar als adviseur van de schoolcoach en om onderzoek en behandeling te bieden aan jeugdigen)

Jeugdarts/jeugdverpleegkundige

Uitgangspunt vanuit jeugdgezondheidszorg is dat het kind centraal staat en dan met name de veiligheid, gezondheid en ontwikkeling van het kind. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige heeft minimaal een contactmoment met alle 5-jarigen en groep 7-kinderen op de basisschool. De expertise van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige omvat de volgende terreinen:

  • Fysieke ontwikkeling en gezondheid
  • Psychosociale ontwikkeling en gedrag
  • Opvoeding, fysieke en sociale veiligheid
  • Echtscheidingsproblematiek

ZAT Agenda

Op de agenda van het ZAT-overleg staan de volgende onderwerpen:

  1. Inbrengen nieuwe casuïstiek probleemanalyse*
  2. Voortgang instroom nieuwe zorgleerlingen vanuit CCP-route follow-up en acties
  3. Monitoren voortgang lopende casuïstiek **
  4. Afsluiten casuïstiek-afronding
  5. Check randvoorwaarden

*
De intern begeleider brengt nieuwe casuïstiek in, als (1) de ontwikkeling van het kind in brede zin (fysiek, emotioneel, sociaal en leren) niet naar wens verloopt of bedreigd wordt en (2) de school een
hulpvraag heeft over de benodigde begeleiding en hoe deze geboden kan worden. Ook de andere ZAT-deelnemers kunnen casuïstiek inbrengen, bij signalen en zorgen om de ontwikkeling van een kind.

Per casus bespreekt het ZAT de situatie van de leerling en de hulpvraag van de school. Men doet een gezamenlijke probleemanalyse. Het gaat met name om probleemverheldering, (nog) niet om het bedenken van oplossingen. Ook worden op kindniveau ontwikkeldoelen benoemd.

Daarna wordt de regie over deze casus belegd bij een van de ZAT-leden. Ook wordt bepaald welke partijen bij het daarop volgende MDO met de ouders aan tafel gaan en via welk scenario de leerling kan worden besproken in het MDO.

**
Het ZAT werkt met een volglijst van leerlingcasuïstiek. De leerlingen voor wie jeugdhulp is ingezet, worden besproken. Per casus informeert degene die de regie heeft de anderen.